Trompet
Trompet met elf buissegmenten: roerpijp, 5 kleine buissegmenten, bocht, buis, tweede bocht, buis en bekerbuis. De roerpijp en de bochten werden met getorste zuiltjes versierd. De overgang van het recht stuk buis naar de bekerbuis is versierd met een knoop waarop rankwerk en drie mensenhoofden. De bekerrand is beslagen met een verzilverde plaat waarop vier cherubs in reliëf, een schelpmotief en bladwerk en is door de bouwer driemaal gemerkt met de makersinitialen I.W.H., zijn naam IOHANN WILHELM HAAS NURNBERG en zijn merkteken: een lopende haas.
Algemeen wordt aangenomen dat deze trompet deel uitmaakte van het instrumentarium van de Gentse stadstrompetters.