Het instrument is verwant met de fagot- en hobofamilie, maar wijkt ervan af wat de mensuur van de buis en de grootte van de klankgaten aangaat. De sarrusofoon is van metaal en genoemd naar de bouwer Sarrus die in 1856 het patent voor het instrument verkreeg.
Deze bassarrusofoon heeft 20 kleppen en vier parallelle buizen. Er is een steun voor linker- en rechterhand voorzien, een stootknop en oog voor draagband. De lasnaden van de buissegmenten zijn verstevigd met strippen. Het opschrift op de buitenwand van de beker vermeld de maker: Gautrot Marguet en de plaatsnaam: Parijs evenals een merkteken met de makersinitialen en het nummer 152.