Op de voorzijde staat het gekroond Gents wapenschild omgeven door een lauriertak (links) en een eikentak (rechts), onderaan samengehouden door een banderol met de leuze, FIDES ET AMOR ; rondom bovenaan, tussen een parelcirkel en de geprofileerde rand, VILLE DE GAND , onderaan een versiering. Op een centrale, versierde cirkel, op de keerzijde staat rondom bovenaan, CONCOURS DE GYMNASTIQUE en onderaan, GAND ; ertussen in het veld, ? / 4 SEPTEMBRE / 1881 ; rondom de cirkel allerlei turn- en sportinstrumenten en rondom een geprofileerde rand. In 1880 werd tussen stad en staat een overeenkomst gesloten voor de bouw van de Tolhuissluis en de De Pauwsluis ter vervanging van de Muidesluis. Hierdoor werd het Handelsdok rechtstreeks verbonden met het kanaal. De aannemers Willems en Casse werden aangeduid om de werken uit te voeren. Deze moesten in 1884 voltooid zijn. De staat stond bovendien in voor het graven van de Voorhaven met een breedte van 80 tot 100 meter en een lengte van 1.096 meter. Een kaaimuur van 1.036 meter zou een diepgang van 7,5 meter toelaten. Op de linkeroever werden twee droogdokken gepland. Op 5 september 1881, ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het koninklijk Stamhuis, bezocht Leopold II Gent. Hij huldigde er tevens het nieuwe Houtdok in, gegraven ten noorden van het Handelsdok. Kort na de middag kwam de koninklijke trein te Gent toe. De koning was vergezeld van zijn dochtertje Clémentine en van een aantal ministers. Een stoet van talrijke studenten en wel 230 verenigingen begeleidde het hoge gezelschap van het Zuidstation naar de Voorhaven. Ook op het water was een stoet van boten voorzien. Daarna tekende de koning een oorkonde. Ook de volgende dagen waren allerlei festiviteiten voorzien o.a. een optocht van de Gentse scholen, een turnwedstrijd en een muziekfestival. Verscheidene draagtekens werden als souvenir verkocht (N.478 en N.487). Deze stadspenning werd uitgereikt aan de deelnemers van de turnwedstrijden die op 4 september gehouden werden. De organisatie van deze wedstrijd was in handen van de Gymnastische Volksmaatschappij en ze gingen door op Begijnhoflaan. 600 turners namen deel aan de algemene oefeningen. De prijs voor uitmuntendheid, 200 frank verleend door de koning, werd gewonnen door de Vrije Gymnasmaatschappij te Brussel. Voor de winnaars van de verschillende disciplines waren medailles en geldprijzen voorzien.