Gedenkpenning voltooiing van de Gentse gevangenis, 1826
Op de voorzijde een zicht in vogelperspectief op de nieuwe gevangenis ; in de afsnede, OPVS COEPTVM A. MDCCLXXII / EXACTVM A. MDCCCXXVI / BRAEMT F ( volgt de boord) ; rondom, SONTIBVS OPERVM EXERCITIO EMENDANDIS en een geprofileerde boord.
De volgende tekst op de keerzijde AEDES / AD CVSTODIAM SONTIVM / AVSP.MAR.THER.AVSTR.BELG.PR. / EX DECR.ORD.FL.ET AER.PROVINC. / IN VRBE GANDA PARTIM EXTRVCTAS / GVILIELMVS I. BELG. REX / CONSILII THERESIANI HERES / SPONTE SVA ET AER.PVBL.PERFECIT / LEGIBVS AVXIT / ET FIRMAVIT en rondom, een geprofileerde boord.
Op 13 juli 1771 besloten de Staten van Vlaanderen om een nieuwe gevangenis te bouwen te Gent. Bij decreet van 17 januari 1772 verleende keizerin Maria-Theresia hiervoor haar toestemming, waarna de vestigingsplaats door de Staten werd vastgelegd op de linkeroever van de in 1753 voltooide Coupure. Van de acht voorziene vleugels waren er in 1775 reeds vijf op kosten van de Staten van Vlaanderen afgewerkt. De resterende drie werden pas vijftig jaar later opgetrokken en betaald door de regering. Op 22 augustus 1826 werd de volledig afgewerkte gevangenis officieel ingehuldigd. De Gentse graveur Jozef Pierre Braemt ontwierp een kleine herdenkingspenning die deze gebeurtenis herdacht en die in goud, zilver en koper werd uitgegeven.