Damesmuts
Muts van het type "une dormeuse". De mutsebol is gefronst aan een dubbele pas, die opzij van het gelaat een weinig verbreedt en onderaan versmalt. Tegen de pas zijn vanaf het midden van het voorhoofd rond het gelaat twee fijn gefronste stroken aangebracht, de bovenste smaller dan de onderste. De stroken hebben een afgeronde vorm, zeer smal bij de aanzet, breder opzij van het gelaat en smaller onderaan. In de nek van de bol: een dubbel stroplint door de kant geregen. De muts is op de onderste pas aan de rechterzijde in blauw gemerkt met "P.3 (?).