Op een zilveren veld zijn twee zwarte raven afgebeeld, zittend op een horizontale tak in natuurlijke kleur. Boven het wapenschild bevindt zich een helm met wrong en dekkleden, bekroond door het helmteken en de zinspreuk “En Dieu gist mon espoir” (“Op God berust mijn hoop”). Dit wapen stemt geenszins overeen met dat van de overige leden van de familie Van den Haute, dat een boom toont, geflankeerd door twee boven elkaar geplaatste bundels hout, met de zinspreuk “Maekt vuer van den haute”. Laureins van den Haute, ook bekend als Laurens Du Bois, werd in 1531 te Gent geboren. Vermoedelijk verliet hij de Zuidelijke Nederlanden tijdens de godsdiensttroebelen. In 1574 trad hij in dienst als kamerheer van Jacob Fugger te Augsburg. Nadien keerde hij terug naar zijn geboortestad, waar hij op 9 december 1586 tot voogd van het Wenemaersgodshuis werd aangesteld. Hij liet de kapel van het godshuis restaureren, die op 25 februari 1588 opnieuw plechtig werd ingewijd. Op 23 februari 1591 droeg hij al zijn bezittingen over aan het hospitaal in ruil voor huisvesting en verzorging. Tevens wenste hij er begraven te worden. Talrijke kunstwerken die vroeger tot het Wenemaershospitaal behoorden, herinneren aan zijn weldaden. Voorbeelden zijn het glasraam uit 1589 (inv. 03545), zijn zilveren portretmedaillon (inv. 03547), het door Joris Hoefnagel verluchte gebedenboekje (inv. 03546) en de stichtingsplaat (inv. 00354), die ook deel uitmaken van de collectie van het STAM. Zijn grafsteen (hij overleed in 1604) bevindt zich in het Museum voor Stenen Voorwerpen in de Sint-Baafsabdij te Gent. Het geborduurde wapen werd in bruikleen gegeven door de Commissie van Burgerlijke Godshuizen.