Vlag van het Pruisische regiment kurassiers van Bredow n° 9, veroverd door de lichte cavalerie van Saint-Ignon tijdens de slag te Maxen in Saksen op 20 november 1759. Graaf Joseph de Saint-Ignon was lid van de Koninklijke en Soeveriene hoofdgilde van Sint-Joris te Gent en schonk het vaandel in 1763 aan de gilde. Coppejans maakte in 1914 een tekening van de vlag die tijdens W.O.I werd opgeeist en later gerestitueerd werd. De tekening bevindt zich in het Gentse stadsarchief. De vierkante vlag van groen damast (verschenen) heeft centraal een geborduurde zwarte gekroonde arend met gepsreidde vleugels die de kop naar de stok wendt. De koningskroon is van zilver, tong en ogen van goud, bek en klauwen van zilver. In de klauwen houdt hij een zilveren zwaard en bliksemschichten van goud en zilver. De arend is geplaatst tegen een (vermoedelijk) goudgeel veld dat begrensd wordt door tween lauwertakken onderaan samengebonden met goudgeel lint. De lauwerkrans is van zilver met gouden vruchten. Boven dit centrale motief loopt een banderol met opschrift. Daarboven is een zilveren koningskroon aangebracht. In de vier hoeken prijkt het initiaal R (Fredericus Rex) wat staat voor Frederik de Grote (1712-1786), tussen twee gekroonde lauwertakken. De vlag is door de Koninklijke en soevereine hoofdgilde van Sint-Joris Gent in bruikleen aan het museum gegeven in 1886.