Het doek refereert aan de veldslag bij Tunis in 1535, een van de succesvolle overwinningen van Karel V. Keizer Karel is voorgesteld als verpersoonlijking van Europa en het Keizerrijk, in groot ornaat met keizerskroon, scepter en wapperende, rood gevoerde mantel. Met zijn rechtervoet gaat hij aan wal, met zijn linkerhand grijpt hij de arm van vrouw. Zij is de verpersoonlijking van Afrika zoals beschreven door Cesare Ripa. Ze draagt oorringen en een halsketting van rode koralen, een schorpioen loopt over haar kleed en op haar hoofd draagt ze een helm met de slurf en de slagtanden van een olifant. Aan haar voeten bevinden zich slangen en een brullende leeuw.
Achter Karel V is een schip te zien met bolle zeilen.
Het werk behoort tot de reeks doeken die De Craeyer schilderde voor de feestversieringen naar aanleiding van de Blijde Intrede te Gent van Kardinaal-Infant Ferdinand in 1635. Het doek versierde de voorzijde van de Arcus Caroli of de grote triomfboog die op de Vrijdagmarkt was opgesteld ter gelegenheid van de intrede.