Op de voorzijde een doodshoofd met eronder twee gekruiste beenderen en rondom een cirkel en een opstaande rand.
De keerzijde draagt de tekst WOLLE / WEVERS / CAPELLE met eronder sierkrullen en rondom een cirkel en ook een opstaande rand.
De wolweversgilde was de economisch belangrijkste gilde voor Gent. Op de feestdag van hun patroonheilige Felix werd in hun kapel een mis gezongen, met uitdeling van brood aan de behoeftige gezellen. De dag nadien was er een mis ter nagedachtenis van de overleden wevers. De penning werd waarschijnlijk gebruikt om de verplichte aanwezigheid van de leden op deze manifestatie te controleren.
De wolweverskapel, in de Korte Dagsteeg, stond in de parochie van St; Jan (later St Baafs) en deze, op haar beurt, viel onder het patronaat van de St Pietersabdij. Uit dien hoofde schonk men tijdens de processie op het H. Sacramentsfeest, in de weverkapel, rode en witte wijn aan de bestuurders van de St Janskerk.
De wolwevers gebruikten hun kapel tot 1794 wanneer hun godshuis met kapel door de Franse bezetter werd afgeschaft.