Op de voorzijde staat rechts in het veld een korte en dikke palmboom, in een met struiken en gras begroeid landschap en het bekroond schilderij is schuin tegen deze boom geplaatst terwijl een engel vanaf links komt aangevlogen en een gesloten lauwerkrans boven de kruin van de boom houdt en rondom staat de tekst, PRIX – DE PEINTURE . en in de afsnede, onder een dubbele lijn, VI THERM: AN X. en daaronder drie stempels, één van de maker zijnde in een ruit een T met erboven een passer; een tweede zijnde de keuring van het bureel van Gent (17) met het hoofd van een man met ernaast links een 1 en rechts een 7 en , de derde stempel is een haan als aanduiding van het gehalte. Op de keerzijde staat de tekst, L’ ACADEMIE / DE / GAND / À C:CELS DE LIERE / PEINTRE. In 1792 werd door de Academie de eerste speciale wedstrijd voor alle levende kunstenaars van het land georganiseerd. Door de moeilijke politieke situatie in deze periode gingen de salons onregelmatig door. Later zouden ze om de drie jaar plaatsvinden, om beurten door de Academies van Antwerpen, Brussel en Gent, en werden daarom de driejaarlijkse salons genoemd. Voor het Salon van 1802 werden drie prijzen uitgeloofd: een gouden medaille met een waarde van dertig dukaten aan de winnaar van de wedstrijd voor schilderkunst en een zilveren penning voor de winnaars van de wedstrijden voor beeldhouwkunst en architectuur. Deze drie stukken werden gegraveerd door Tiberghien en behoren tot de mooiste uit zijn oeuvre. De winnaar van de gouden medaille voor schilderkunst was Corneille Cels, die zich op het moment van de prijsuitreiking te Rome bevond. Hij ontving zijn penning via een tussenpersoon op 18 maart 1802. Tot voor kort was enkel het ontwerp bewaard gebleven, tot nu… Ferdinand Bral, de laureaat voor de architectuur, ontving zijn eremetaal op 23 juli 1802 in het stadhuis van Gent. Zowel de penning als het ontwerp ervan zijn bewaard gebleven. De penning bevindt zich in de verzameling van het Penningkabinet van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. De wedstrijd voor beeldhouwkunst werd gewonnen door Jean-Robert Colloigne (Brugge, 1775 – Antwerpen, 1830) met een marmeren buste van Jan van Eyck. Van deze medaille is noch het ontwerp, noch het stuk tot nu toe teruggevonden.