De jas heeft een staande kraag, voorpanden met licht afgeronde basis die reiken tot het middel, lange mouwen met omslag, in de zijden en op de rug naar beneden toe twee slippen die elkaar een weinig overlappen. Aan weerszijden van elke split een valse plooi met langs de taillenaad twee zakkleppen. in de voering van de slippen twee zakken en in de voering van ieder voorpand een borstzak. Een sluiting midden voor met twee haken en ogen op de kraag en negen knopen en knoopsgaten op de voorpanden. Boven de aanzet van en onderaan de valse plooien telkens een knoop. De vergulde knopen dragen het Belgisch wapenschild, gedekt met de koninklijke kroon en omlijst door gekruiste eike- en olijftakken en het opschrift "Senat". De knopen zijn op de achterzijde gemerkt "R. Derooster - Bruxelles". De voering van de romp is gewatteerd en doorgestikt. De jas is versierd met borduurwerk op de kraag, de zakkleppen, de mouwomslagen en in de lenden midden rug met eiketakken en korenaren. De jas draagt in de hals een zijden kleermakersetiket met opschrift "Carpentier, 1 rue d'Assaut. Gand".
Victor Carpentier ( 1878-1938) zetelde in de senaat tussen 1921 en 1931.