Dit schilderij is een allegorie bedoeld om de onpartijdigheid van de Schepenen van Ghedeele, die met de burgerlijke rechtspraak belast waren, te illustreren. Zeven rechters zitten omheen Justitia, die herkenbaar is aan het zwaard en de balans. Voor hen zitten aan een tafel drie griffiers, die de verzoekschriften in ontvangst nemen van een groep rijk geklede figuren links en van een aantal armen rechts. Beiden zullen met dezelfde zin voor rechtvaardigheid onder ogen genomen worden. Het werk is toe te schrijven aan Gillis Le Plat. De houdingen en de uitdrukking van de geportretteerde heren, de lichtverdeling en de figuurtypes komen identiek terug in de reeks van 'De Werken van barmhartigheid'. Daarenboven is dit zeer waarschijnlijk het schouwstuk dat Gillis Le Plat in 1686 voor het 'contoier van Myn heer soetaert Eersten secretaris van Gedeele' schilderde en waarvoor Norbertus Sauvage het houtwerk had gesneden. De zittende man links zou dan het portret van Soetaert zijn. Naar onderwerp en compositie is het schilderij verwant aan een werk van Antoon van Dyck in het stadhuis van Brussel, waar ook zeven rechters en Justitia voorgesteld waren. Dit werk en een ander schilderij van Van Dyck, dat de 23 leden van de Brusselse magistratuur voorstelde, gingen verloren in de beschieting van Brussel door de Villeroy in 1695. Le Plat kan het echter wel gezien hebben want het was toen zeer beroemd. In de vier cartouches aan de hoeken van het Gentse schouwstuk staan opschriften, die overschilderd geweest zijn. De schouwmantel waarin het schilderij gevat is en het schilderij zelf maakten in 1886 al deel uit van de museumcollectie. In 1925 werd de schouw met schilderij ingewerkt in het Bijlokemuseum, meer bepaald in de eerste ruimte in de infirmerie.