De drie wijzen brengen geschenken aan Maria, Jozef en Jezus. De wijzen zijn rijkelijk gekleed en zijn vergezeld van een bont gezelschap. Zo is Balthazar, de Moorse koning, afgebeeld met een exotisch hoofddeksel en vergezeld van een jonge Afrikaanse jongen die mee de mirrehouder draagt. Opmerkelijk is de vrouw uiterst links met een kind op de schoot en een lam aan haar voeten die de toeschouwer op een heel directe manier aankijkt.
Dit schilderij maakt deel uit van dezelfde reeks als 'Het Doopsel van Christus', 'De Vlucht naar Egypte' en 'De opdracht in de tempel'. De compositie van het werk is geïnspireerd op een prent van Hans Witdoeck van 1638 naar de 'Aanbidding der Wijzen' van Rubens. Daaruit is de houten constructie achter het hoofd van Maria en de houding van twee van de Wijzen overgenomen. Le Plat werd gedwongen door de eenvormige afmetingen van de stukken om de compositie in de breedte uit te werken in plaats van in de hoogte. De groep van Maria met het kind komt ook voor op een ander werk van Le Plat 'Onze-Lieve-Vrouw schenkt de boeien aan R. Nottingham'.
In 1922 werd het schilderij door de Commissie van Burgerlijke Godshuizen uit het meisjesweeshuis gehaald en aan de stad teruggegeven en ondergebracht in het museum.