De gevleugelde Sint-Michiel staat in vooraanzicht met een zwaard in zijn geheven rechterhand, de kling naar links gericht, in zijn linkerhand houdt hij een schild ; hij vertrappelt de duivel met zijn linkervoet ; links ervan twee gekruiste slagzwaarden door de letter G (Gent) met erboven een kroon ; rondom een parelcirkel en op de platte buitenrand verdiept, links, I 6 en rechts, 37 De keerzijde toont het verdiepte spiegelbeeld van de voorzijde. Het stuk is gevat in een vergulde draagring met draagoog bovenaan. Op 26 maart 1613 acteerden de Aartshertogen door een charter het bestaan van een nieuwe gilde die het slagzwaard en het rapier als wapen zou hanteren en de Heilige Michaël als patroon kreeg. In 1637 was de koning van de St-Michielsgilde Anthone Marlont ; de euverdeken Charles Philips de Rodoan en de deken Anthone van Daele. Er waren twaalf proviseerders. Zij vormden samen de Eed van de St-Michielsgilde. De Sint-Michielsgilde vereerde haar patroonheilige op verschillende manieren. Vooreerst werd het koningstornooi, waarbij de koning van de gilde werd aangesteld en die de belangrijkste gebeurtenis van het jaar was, bijna steeds gehouden op 29 september, de feestdag van de patroonheilige. De Heilige Michaël werd ook vereerd in stoeten en ommegangen. In die optochten werd de Aartsengel Michaël uitgebeeld door een jonge man in het blauw gekleed. Hij was vergezeld van vlegelmannen die met hun vlegels Lucifer op de rug sloegen. Soms werd ook een beeld van de Heilige Michaël meegedragen in de stoeten en de ommegangen. Op 29 september werd er ook een plechtige godsdienstoefening gehouden in de kapel van de schermers in de St-Niklaaskerk. Bovendien werd daar de wekelijkse gildemis gelezen door de kapelaan of proost der schermers. St-Michaël werd ook buiten de kerk vereerd ; vóór zijn beeld in de gildekamer (nu schermzaal tweede verdieping Lakenhalle) stond een kandelaar die ’s avonds werd aangestoken en op de feestdag kroonde men de kapel en de gildekamer met meien. In verband met deze medaille zegt Brunin dat ze uitgestampt werd, voorstellende de Aartsengel Michaël en met het embleem van twee gekruiste slagzwaarden door de letter G. Ze werd gemaakt met de matrijs waarmee ook de tinnen voorwerpen van de Confrérie werden gemerkt.