Erepenning aan de Société d’ Orphée voor het Festival in het kasteel van Poeke, 1844
De penning bestaat uit een dun zilveren plaatje dat als volgt is ingegraveerd :
Op de voorzijde een open krans van twee lauriertakken die onderaan door middel van een lint zijn samengestrikt met erbinnen een open muziekboek en rondom, bovenaan, FESTIVAL AU PROFIT DES INDIGENS en onderaan, CHÂTEAU DE POUCQUES. Bovenaan op de rand is een keurmerk ingeslagen (zwaardje)
De andere zijde heeft de tekst, HOMMAGE DE RECONNAISSANCE / à la / Société / d’ Orphée / DE GAND / 4 AOÛT 1844. (de eerste en de laatste zin volgen de rand). Boven de C is een keurmerk ingeslagen (zwaardje).
Het plaatje is gevat in een volle ring die langs beide zijden versierd is met geometrische figuren en met bovenaan een lusje met draagring.
Deze is opgedragen aan de Société d’Orphée voor haar aanwezigheid op 4 augustus van voornoemd jaar. Die dag vond in het park van het kasteel inderdaad een groot muziekfestival plaats. De crisis heerste reeds enkele jaren in het land. Poeke had af te rekenen met een groot aantal mensen die steeds meer in ellende leefden.
Burggraaf Constantin Joseph Adolf de Preud’homme d’Hailly de Nieuport (1807-1866), de toenmalige eigenaar bewoner van het kasteel van Poeke, besloot actie te ondernemen. Hij polste de muziekmaatschappij van Ruiselede en vond die bereid om een festival te organiseren ter ondersteuning van de vele behoeftigen. Volgens een verslag uit die tijd daagde een grote menigte op. Er namen muziekmaatschappijen deel uit Sluis, Tielt, Nevele, Vinkt, Zomergem en Oedelem. Uit Gent kwamen ‘les Mélomanes’ en de ‘Société d’Orphée’ en uit St.-Denijs-Westrem tekende ‘l’Echo de la Lys’ present.
Iedere vereniging kreeg een erepenning overhandigd uit handen van de gouverneur. De maatschappij van Sluis kreeg ‘de prijs van de verstkomende’, zoals die destijds nog werd uitgereikt. In een paar toespraken dankten vooraanstaande sprekers de burggraaf voor zijn initiatief en beklemtoonden zij de noodzaak om de mensen in nood te helpen. Het ‘festival au profit des indigens’ bracht ongeveer 600 frank op, een toch wel interessant bedrag voor die tijd. Het zou een druppel op een hete plaat blijken te zijn. Het jaar daarop ging de crisis pas in alle heftigheid woekeren. Het ergste moest nog komen…(bron : geschiedenisvanaalter.blogspot.be)
De Gentse zangmaatschappij Orphée werd gesticht 1838 en stond onder leiding van Emile Beausacq.
Het laatst gekende lokaal was aan St-Jacobs (1896) en de maatschappij ging teniet in 1902.