Op de voorzijde de Gentse maagd (type Lemaire); ze zit lichtjes schuin met rechts van haar de leeuw met zijn voorpoten op haar rechterbeen; in haar rechterhand een vlag met het opschrift S.P.Q.G. ; haar linkerarm rust op een groot schild met een leeuw; ze heeft lange haren en draagt een kroon; haar gewaad met korte gepofte mouwen hangt tot over haar voeten; naast het schild op de grond staan een wereldbol, boeken en een lauwerkrans; op de achtergrond staat een afsluiting en in de verte ziet men de Gentse torens en schouwen ; rechts op de afsnede, LEMAIRE ; rondom een verhoogde boord. De keerzijde heeft een open krans met twee takken van gemengde eiken- en laurierbladeren, onderaan gestrikt met erbinnen op een cirkel, rondom bovenaan, MAATSCHAPPIJ ; in het veld, TOT / BEVORDERING / VAN NIJVERHEID / EN WETENSCHAPPEN / ---- / TENTOONSTELLING / 1881 / ---- / leeg veld voor gravure ; rondom een verhoogde boord. De Maatschappij ter bevordering van Nijverheid en Wetenschappen ontstond in 1864 en had afdelingen architectuur, machinebouw, decoratie, literatuur, theater, zang en muziek. Een harmonie werd gesticht in 1888. Ook een spaarkas, een bijstandskas, een bibliotheek met leeszaal en een industrieel kabinet werden opgericht. Vanaf 1870 richtte de maatschappij jaarlijks tijdens de Gentse Feesten een tentoonstelling en wedstrijden in. Voor de wedstrijden werd telkens voor een aantal disciplines een onderwerp opgegeven dat moest uitgewerkt worden. De vereniging beschikte over eigen penningen om de laureaten te bekronen, ze bestonden in verguld zilver, zilver en brons en werden op de keerzijde gegraveerd met de naam van de begunstigde, het jaartal en de discipline waarin ze was gewonnen. In 1905 werd de bestaande penning vervangen door een nieuw ontwerp. Ook de deelnemers aan de tentoonstelling werden bekroond met dezelfde penningen maar op de keerzijde kwam enkel de vermelding “tentoonstelling” en het jaartal. Enkel in 1881 besloot het gemeentebestuur een stadspenning uit te reiken aan de exposanten. Ze werd eveneens in verguld zilver, zilver en brons uitgegeven en werd op naam gegraveerd van de deelnemers. J. Beaufays haalde een bronzen medaille voor zijn meubelontwerp, Julius Lefevre uit Gent werd eerst in de discipline versieringsschildering waarvan de opgave luidde navolging van gobelins (ontwerp voor tapijten).