Uitgesneden kenteken met centraal een gekroonde naar links staande leeuw met links ervan een grote letter A en rechts een C waarbij de staart van de leeuw zich rond de letter C draait ; drie aangezette lussen, links, onderaan en rechts midden de letter C. Volgens Minard van Horebeke werden naar aanleiding van een ordonantie van Keizer Karel V in 1534 de armen die bijstand kregen van het weldadigheidsbureau verplicht zo een teken aan hun deur uit te hangen. De insignes behoorden tot de verzameling van Louis Minard die in 1883 in Gent werd geveild. Dit nagegoten stuk komt uit de verzameling van Prosper Claeys.