Links staan twee naakte figuren naar rechts met naar boven gestrekte armen en opkijkend naar een stralende ster rechts bovenaan met in het midden een G (Grootoosten) ; links van de personen een tempel met erboven sterren en rechts onderaan tussen lauriertakken de symbolen van de vrijmetselarij, een passer een winkelhaak en een moker ; onderaan is een lege afsnede. Op de keerzijde staat centraal een grote fakkel waarvan het vuur bovenaan brand in een driehoek met de punt naar boven en die omgeven is door stralen waarin rondom staat, FORCE SAGESSE BEAUTE ; links en rechts gesplitst door de fakkel, in een verdiept veld met verheven letters, CENTE – NAIRE / DE LA R . • . - • . • . LE / SEPTEN – TRION / OR . • . DE – GAND / 5811 5911 De penning hangt aan een ketting (22 cm (l)) met systeem om aan de kleding te bevestigen. Tijdens het herdenken van het honderdjarig bestaan van le Septentrion werd als volgt de naam van de Loge verklaard: " à laquelle fut donné le nom de la constellation composé de 7 étoiles, le septentrion, pour rappeler les 7 fondateur du nouvel atelier". Onderhavige penning werd geslagen bij de viering in 1911 van het honderdjarig bestaan van deze Loge. Al bij al ging de stichting niet zonder moeilijkheden gepaard. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling een oude, achttiende-eeuwse werkplaats "la Constante Union", her op te richten. Wat op verzet van de twee andere Loges "la Félicité Bienfaisante" en "les Vrais Amis" stuitte. Dit wegens naar hun oordeel, de weinig aanbevelenswaardige kwaliteit van sommige stichters. Dit negatief advies leidde tot het afwijzen van aanvraag tot opname in het Grand Orient de France. Zeven leden uit de betrokken groep lieten zich daarop in 1810 opnemen in de Loge la Félicité Bienfaisante. Eens hun toestand geregulariseerd namen ze aldaar ontslag om op 2 april 1811 le Septentrion op te richten, de constitutiebrief uit Parijs volgde op 16 juli 1812. Onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden schaarde deze loge, nog voor het tot stand komen hier te lande van de Grootloge van bestuur der Zuidelijke Nederlanden, zich onder het gezag van het Hollandse Grootoosten. Nog meer opvallend is echter dat ze ook na 1830 blijft behoren tot deze maçonnieke grootmacht en de grootmeester Prins Frederik trouw blijft. Zij verzet zich tegen het tot stand komen in 1833 van het Grootoosten van België en protesteert bij het aanstellen van Baron de Stassart als eerste Grootmeester Nationaal. Le Septentrion wordt trouwens in Gent een bolwerk van het Orangisme. De figuur van haar op 6 maart 1831 tot voorzittend meester aangestelde Hippoyte Metdepenningen is daar niet vreemd aan. Deze laatste blijft vijftig jaar lang aan het hoofd van deze werkplaats. Eerst wanneer in 1881 deze laatste alsmede de grootmeester Prins Frederik overlijden, knoopt le Septentrion betrekkingen aan met het Grootoosten van België en schaart zich in 1883 uiteindelijk onder het gezag van deze Belgische Grootmacht. Wat het honderdjarig bestaan van deze loge betreft, de viering gaf aanleiding tot grootse feestelijkheden waaraan meer dan driehonderd maçons deelnamen. Niet alleen het Grootoosten van België was hierop vertegenwoordigd. Ook het Grootoosten der Nederlanden, onder wiens audientie le Septentrion meer dan een tweederden eeuw gewerkt had, hield eraan present te zijn. Hetzelfde gold voor het Grand Orient de France dat deze Loge destijds haar constitutiebrief verleende. Naast het slaan van een penning gaf de viering ook aanleiding tot het uitgeven van 'L'Histoire du Septentrion", een brochure van de hand van D. Destanberg. Dit zilveren hangertje werd geslagen op 350 exemplaren.