Marco d'Aviano zegent de menigte op de Vrijdagmarkt te Gent
In juni 1681 komt de populaire prediker Marco d'Aviano (geboren 17 november 1631 als Charles Christofort), een kapucijnermonnik uit Padua met zijn metgezellen naar Gent. Hij was hier uitgenodigd door bisschop Albert de Hornes en de Staten van Vlaanderen. Zijn faam als prediker en genezer zorgen overal waar hij komt voor een grote toeloop. Zo ook in Gent, zoals blijkt uit deze voorstelling en uit het uitvoerig relaas van de spectaculaire gebeurtenissen door Johann Carl Vrints von Trouwenfeldt, toenmalig proost van het Sint-Veerlekapittel.
Gezien de volkstoeloop kon de zegening niet in een kerk of klooster doorgaan, maar werd een tribune opgesteld op de Vrijdagmarkt. Tot vijf maal toe sprak Marco d'Aviano er de zegening uit.
Het is dit moment, de zegening van de talrijke gelovigen en zieken die massaal aanwezig zijn en hopen op een genezing, dat Pieter Le Plat in beeld brengt. Marco d'Aviano is omringd door het magistraat en door zijn trouwe gezel Pater Côme de Castelfranco. Centraal staan Christiaan Heynderycx en zijn echtgenote Barbe de Meulemeester. Zij bestelden het schilderij als herinnering aan en als dank voor de genezing van hun twee kinderen. Rondom hen staan talrijke zieken en kreupelen die hopen op een soortgelijk mirakel. Op de achtergrond herkennen we het Utenhovesteen, de patricierswoning die later plaats ruimde voor Ons Huis. Ook het standbeeld van keizer Karel V centraal op de markt zal in de 19de eeuw vervangen worden door een beeld ter ere van Jacob van Artevelde.
Het opschrift op een kapiteel in het midden op de voorgrond luidt : Den 27e 28e 30e juni 1681/ jaer schrift/ GoDt Wort Van ons gheLoft / en pater MarCVs Van aVIano / oock van avondt en dach, / Van WIens HeYLIghen zeghen / Gent Is ghebneDYt. / Den DertIChsten IVnY. / P. LE PLAT.
Lange tijd was iedereen de mening toegedaan dat het schilderij verloren was. Het was de laatste maal getoond op de Wereldtentoonstelling in 1913. Zelfs in recente literatuur (2009) wordt het werk als spoorloos beschouwd.
Reden hiervoor is dat het enorme schilderij steeds in familiebezit is gebleven tot we in 2005 de kans kregen om het doek aan te kopen. De museumcollectie bevat al sinds de 19de eeuw een olieverfschets voor dit werk (inv. 00362). In de Atlas Goetghebuer in het Stadsarchief te Gent wordt een prent naar het schilderij bewaard.