Smeedijzeren afsluitingen van vensteropeningen zijn in de burgerlijke bouwkunst vooral sinds de 14de en 15de eeuw toegepast. In oude documenten worden ze vaak als 'ijserinen traillien' omschreven. Uit de stadsrekeningen blijkt dat de oude lakenhalle in 1410 dergelijke ijseren vensterhekkens had. Vensterkorven of kooivormige vensterhekkens die vóór de vensteropening werden gehangen, waren in Gent zeker vanf de 15de eeuw ingebruik. De korf is samengesteld uit 9 vertikale staven met doorboring op acht plaatsen. Daardoor gaan 8 horizontale staven.