De japon (o.a. in goudbruin gesneden zijdefluweel en roestbruin zijdesatijn) bestaat uit een apart nauw aansluitend corsage met zeven baleinen verstevigd en een rok. Vooraan heeft het corsage een gepunte taille en eindigt op de rug over het zitvlak in een stompe punt gevormd door vier smalle kleppen. Midden voor heeft het corsage een V-vormige opening. Deze opening wordt gevuld door een driehoekig inzetstuk met een V-vormige halsuitsnijding, dat bestaat uit geplooid roestbruin zijdesatijn belegd met tule en afhangende roze en goudkleurige kralen. De twee panden van het inzetstuk sluiten midden voor met veertien haken en ogen. De driekwart lange mouwen hebben een scherpe pof bij de aanzet. Een randje in keperzijde boordt de armopening af die achteraan lager reikt dan vooraan. De lange rok heeft een sleep achteraan en sluit midden achter met drie haken en ogen. De rok valt vooraan glad neer en werd in de zijden en in de rug gesteund door een eronder gedragen kussentje. De voering van de rok is ter hoogte van de knieën en onder het zitvlak over een lange horizontaal geplaatste metalen balein gefronst. Door de linten aan de uiteinden van deze balein te knopen gaat de rug achteraan uitstaan. De rok opent vooraan links en in de linkerzijde over een ingezet paneel waarvan het weefsel bovenaan over de voorzijde gedrapeerd wordt (of waarbij het weefsel verder schuin over de buik gedrapeerd wordt). Dit sierpaneel van een liseré-lancé-satijn heeft een patroon met grote kasjmier palmetten over een golvende rank met krullen en gestileerde bloemmotieven. Een zak is op de rug aan de rechterzijde tussen de plooien aangebracht. Op de tailleband van het lijfje staat een opschrift met naam van de maakster "J. Pauw, Gand". Gift van Morel de Boucle Saint Denis (1867-1953) en afkomstig van de familie Hulin (Hulin de Loo).