Eenvoudige koffer samengesteld uit dikke onversierde langsplanken, radiaal gekloven of gezaagd, in elkaar gezet met smeedijzeren nagels en houten pennen. De constructie wordt bovendien verstevigd door drie volledig rondlopende smeedijzeren hengselbeslagbanden en acht korte smeedijzeren hoekbeslagbanden. De uiteinden van de hengsels zijn versierd met een driepas.
Armand Heins maakte voor zijn artikel over koffers dat in 1910 verscheen een tekening van de koffer. Opvallend is het ontbreken van de middelste hengselband op de frontzijde van de koffer. Dit kan duiden op een later aanvulling van het beslagwerk. De koffer is voorzien van drie nieuwe lipsloten. Aan de zijkanten zijn langwerpige handvaten aangebracht.
Binnenin droeg de koffer een etiket met volgende tekst: 'Coffre St.-Georges'. Of dit verwijst naar de oorspronkelijke herkomst van de koffer is niet duidelijk. De koffer werd in 1894 door de Commissie van Burgerlijke Godshuizen aan het museum in bruikleen gegeven.