Dit beeldje waarvan beide voorarmen en voetstuk zijn afgebroken vertoont een radstempelversiering over het lichaam met breed vierkantmotief, hetgeen wellicht een maliënkolder moet suggereren. Hij draagt een gesloten helm waarvan de neusbeschermer in reliëf is aangegeven. De achterarm vertoont een fijne holte, vermoedelijk om een ijzeren staaf te bevatten, waarvan het doel de versteviging van het beeld was. Het is niet geweten of de figuur te paard zat of niet. Alhoewel de betekenis van deze statuetten niet helemaal duidelijk is, blijkt uit de toenmalige stadsrekeningen dat dergelijke ridderbeelden door de stad Gent aangekocht werden om op de stadspoorten te plaatsen. Een gewoonte om gevels en daken met dergelijke statuetten te versieren kwam in de 13de-15de eeuw wel meer voor. Dit beeld werd in november 1864 gevonden bij opgravingen op de Vrijdagmarkt te Gent en door Louis Minard verworven. Het museum kocht het op de veiling van de verzameling van Minard in 1883.