Driedimensionaal voorgestelde tempel op een mozaïekvloer links en rechts geflankeerd door de zuilen J en B waarboven respectievelijk een stralende maan en zon zijn voorgesteld. De tempel is te betreden via zeven treden waarna nog eens drie treden voorkomen. Op de tempelkoepel staat een vlammende ster met letter G. In het midden onderaan zijn passer, winkelhaak met daarin een moker afgebeeld. Links van de zuil J zijn een waterpas, doodshoofd met gekruiste beenderen en druppels evenals een ruwe steen voorgesteld. Rechts van zuil B vinden we de truweel, grafheuvel en acaciaboom en moker weergegeven.
De bavette is versierd met stralend hemellichaam. Het geheel is omgeven door een golvend motief gevormd door vergulde lovertjes. Het schootsvel is omzoomd met een blauw geplisseerd boordlint