Op de zegel staan twee zuilen die bovenaan eindigen op palmen en met op de linkse, J en op de rechtse, B ; tussen de zuilen een ster met een G en daaronder een passer en winkelhaak en erboven een kring van sterren ; rechts en links naast de zuilen een acaciatak en rondom, bovenaan, 5866 en onderaan, R .: □ .: LA LIBERTÉ À L O .: DE GAND ; rondom een verhoogde rand.
De zegel is gevat in een ijzeren doosje met een lint in de Gentse kleuren, wit en zwart. De zegel is gebroken.