Gedenkpenning vaandelinhuldiging der Fonteyne, 1850
Op de voorzijde staat in het midden een gekroonde fontein in een drielobbige gotische omlijsting met eronder, als’t past bi apetite en rondom in de uitsparingen van de omlijsting op een versierde ondergrond, links, koninglyke ; rechts, maetschappy ; onderaan, van rhetorica en met rondom een verhoogde boord.
De keerzijde toont bovenaan twee gekruiste vlaggen met erboven een lauwerkrans en eronder twee lauriertakken die samen gestrikt zijn en met eronder, DE VOORZITTER / C. DE KERCHOVE DE DENTERGHEM, / BURGEMEESTER VAN GENT, / SCHENKT / AEN DE MAETSCHAPPY / EEN EEREVAENDEL / DOOR ZYNE KINDEREN / VERVAERDIGD. / 1850 ; onderaan langs de rand, LEMAIRE, TE GENT. en rondom een parelcirkel en een geprofileerde rand.
De eerste statuten van de fonteinisten dateren van 1448. Ze werden bekrachtigd door de magistraat van de stad Gent bij akte van 9 december 1448. Hun kenteken bestaat uit een fontein omringd door een muur met erop een torentje waar drie bronnen uitkomen als teken van de heilige drievuldigheid. Hun devies is "Als 't past bi appetite".
In zitting van 26 mei 1847 werd door het bestuur besloten het jaar daarop de 400ste verjaring te vieren en wedstrijden te organiseren. Tijdens het banket van deze jubileumviering, in de Minard-schouwburg, beloofde hun erevoorzitter, burgemeester van Gent, Charles de Kerchove de Denterghem een nieuwe vlag te schenken. Deze werd vervaardigd door familieleden van de burgervader.
Op 3 juli 1850 om 10 h. werd ter gelegenheid van de feesten in de stad Gent de vlag plechtig overhandigd. Vele gilden en verenigingen van de stad, waarvan de burgemeester allemaal erevoorzitter was, waren verenigd voor de Minard-schouwburg vanwaar ze in stoet vertrokken naar het huis van de burgemeester in de Lange Meersstraat. Het bestuur nam er de vlag in ontvangst. MM Ondereet en Van Duyse bedankten de vrouwen die de vlag vervaardigd hadden. Het koor van het Willems-genootschap en de Société Van Ryswijck gaven liederen ten beste. Na de ontvangst begaf de stoet zich naar het stadhuis waar de vlag officieel werd erkend door de Gentse Magistraten. Een exemplaar van de herdenkingsmedaille in verguld zilver werd aan de burgemeester overhandigd, ter herinnering aan zijn schenking aan de Société van Rethorica. Men begaf zich terug naar de Minard-schouwburg waar de vlag tentoongesteld werd in de foyer tussen versieringen en bloemen. Dezelfde avond nog werden voorstellingen gegeven door diverse verenigingen. De Vlaamse letterkundige Prudens Van Duyse had een gelegenheidsstuk geschreven "De vane der Fonteinisten".
Victor Lemaire graveerde een aangepaste keerzijde voor de penning van de maatschappij ontworpen door Jacques Wiener (N.00110 & N.00295).