Het gekroonde Gentse wapenschild staat op de voorzijde omgeven door een eikentak (links) en een lauriertak (rechts), beide onderaan samengeknoopt en met rondom een geprofileerde boord.
De keerzijde heeft in een gesloten krans van bloemen en vruchten en op een cirkel, AAN / VROUWE / versiering / I4 MEI I883 : rondom bovenaan, COURTMANS-BERCHMANS , onderaan, HARE VEREERDERS en rondom een geprofileerde boord.
Bovenaan een bol met ring en een rood lintje.
Jeanne-Désirée Berghmans werd geboren te Oudegem in 1811 en huwde in 1836 de leraar Jean-Baptiste Courtmans die veel kontakten had met Van Duyse, Rens en Snellaert.
Mevrouw Courtmans-Berchmans, in 1856 weduwe geworden met acht kinderen en na een niet zo succesrijke onderneming met een eigen kostschool in het Oost-Vlaamse Maldegem, wist, naar het voorbeeld van Hendrik Conscience, bestaanszekerheid te bereiken via de inkomsten van haar literair prozawerk. Steunpunten waren hierbij een grote productie (een veertigtal titels), de publicatie van haar verhalen als feuilleton in kranten vóór de afzonderlijke druk in boekvorm, de talrijke herdrukken van haar succesrijke verhalen en romans en het vinden van een markt en uitgever in Vlaanderen én Nederland. Een succesformule.
Op maandag 14 mei 1883, tweede sinksendag, werd de schrijfster door haar talrijke bewonderaars gevierd. Op initiatief van L. De Vriese werd een huldekomiteit opgericht waarin ook Fr. De Potter, P. Geiregat en Dr. De Vos zetelden. De spoorweg had twee extra treinen ingelegd om al de feestvierders naar Maldegem te brengen en gaven op deze reis een korting van 50 %. Een inschrijvingslijst werd geopend voor deelname aan het banket en dit voor de prijs van vijf frank. Een 70-tal muziekmaatschappijen hadden toegezegd om zowel aan de stoet als aan het festival deel te nemen. De 72-jarige schrijfster kreeg naast vele geschenken en bloemen ook een geschilderd portret van de hand van J. Van Biesbroeck. Mevrouw Courtmans droeg bij haar huldiging de gouden “damesparuur” die zij in 1841 ten geschenke had gekregen van Ferdinand I, keizer van Oostenrijk, voor haar te Veurne bekroont gedicht “Maria Theresia”.
De dag werd besloten met een groot vuurwerk.