Op de voorzijde de buste in vooraanzicht van Bergmann die het hoofd lichtjes naar rechts keert met rondom in sierletters, links, ANTOON , rechts, BERGMANN en onderaan, 1835 – 1874 ; rondom is een geprofileerde boord.
Op de keerzijde een open krans met langs beide zijden een rond elkaar gedraaide eiken- en lauriertak, onderaan verbonden met een lege cartouche ; in het midden, gescheiden van de krans door een boord, INHULDIGING / VAN HET / GEDENKTEEKEN / TONY / 11 SEPTEMBER / I898 (de eerste en de laatste lijn volgen de boord) ; onderaan links ingeslagen, ED. GRIELENS ; rondom een geprofileerde boord.
Anton Bergmann werd geboren te Lier op 29 juni 1835. Na zijn basisstudies in zijn geboortestad kwam hij te Gent studeren waar hij na het atheneum, aan de Gentse universiteit letteren en wijsbegeerte, rechten en notariaat studeerde. In 1858 vestigde hij zich als advocaat te Lier maar zijn hart ging uit naar de letterkunde en geschiedkundige opzoekingen. Niettegenstaande zijn zwakke gezondheid publiceerde hij novellen en studies. Zijn hoofdwerk “Ernest Staas” verscheen onder het pseudoniem “Tony”. Kort na het verschijnen ervan overleed Bergmann te Lier op 21 januari 1874 op 39-jarige leeftijd.
Gedurende zijn korte leven was de liberale flamigant Bermann een actief deelnemer aan de Nederlandse Taalcongressen en lid van talrijke verenigingen zoals o.a. het Willemsfonds. Hij stichtte het weekblad “De Lierenaar” en kreeg postuum de vijfjaarlijkse prijs van Nederlandse Letterkunde voor het tijdvak 1870-1874 toegewezen.
Op 11 september 1898 werd een gedenkteken voor Bergmann ingehuldigd waarvoor tevens deze herdenkingspenning werd uitgegeven.