Prijspenning gratis stadsschool nr. 5 voor handwerk aan Adolphine Verplancke, 1850
Op een effen plaatje is gevat in een versierde geprofileerde ring met draagoog en is als volgt ingegraveerd :
Op de voorzijde in het middenveld het gekroonde Gentse wapenschild omgeven door twee lauriertakken, onderaan gestrikt en verweven met een banderol met de leuze, FIDES ET AMOR ; rondom bovenaan, ECOLE COMMUNALE GRATUITE N° 5 en onder het schild, GAND
Op de keerzijde de tekst, TRAVAUX DE MAIN / PRIX GÉNÉRAL / DÉCERNÉ / À / ADOLPHINE VERPLANCKE / 1850
Reeds tijdens de Franse overheersing was er in het stedelijk onderwijs sprake van zilveren erepenningen die aan de verdienstelijkste leerlingen werden uitgereikt. Dit gebruik bleef tijdens de Hollandse periode gehandhaafd. Vanaf 1828 werden te Gent kosteloze stadsscholen voor jongens geopend en in 1838 volgden de eerste stadsscholen voor meisjes.
Na de Belgische onafhankelijkheid werd het uitreiken van penningen in de scholen hernomen. Deze waren vanaf dan van hetzelfde type, namelijk gegraveerde zilveren plaatjes waarop het stadswapen was opgezet. De naam van de school en de gegevens over de leerling werden gegraveerd. Soms werd ook het stadswapen gegraveerd in plaats van opgezet, zoals bij dit exemplaar. Dit soort penningen werd in de Gentse stadsscholen tot het einde van de 19de eeuw gebruikt.