De voorzijde toont een voorstelling van de Gentse maagd (type Lemaire); ze zit lichtjes schuin met rechts van haar de leeuw met zijn voorpoten op haar rechterbeen; in haar rechterhand een vlag met het opschrift S.P.Q.G. ; haar linkerarm rust op een groot schild met een leeuw; ze heeft lange haren en draagt een kroon; haar gewaad met korte gepofte mouwen hangt tot over haar voeten; naast het schild op de grond staan een wereldbol, boeken en een lauwerkrans; op de achtergrond staat een afsluiting en in de verte ziet men de Gentse torens en schouwen ; rechts op de afsnede, LEMAIRE ; rondom een verhoogde boord. De keerzijde toont de tekst, rondom bovenaan, LA VILLE DE GAND ; in het veld, AUX / AUTEURS DE LA / PRINCESSE D’ AUBERGE / (HERBERGPRINSES) / GRAND – OPÉRA / POËME FLAMAND DE NESTOR DE TIÈRE / (PAROLES FRANÇAISES DE GUSTAVE LAGYE) / MUSIQUE / DE / JEAN BLOCKX / --- / PREMIÈRE REPRÉSENTATION / AU GRAND THÉÂTRE DE GAND / LE 4 MARS I898 / sierkrullen ; rondom een verhoogde boord. Jan Blockx werd geboren te Antwerpen op 25 januari 1851 en kreeg zijn eerste muzikale opleiding van Frans Willem Aerts, koormeester van de Antwerpse Sint-Pauluskerk. Nadien studeerde hij aan de muziekschool van Peter Benoit, later omgevormd tot Vlaamse muziekschool, waarna hij naar Duitsland en Italië trok om zich te vervolmaken. In 1885 werd hij aangesteld als leraar aan de Vlaamse muziekschool in opvolging van Hendrik Waelput. In 1901 volgde Blockx Peter Benoit op als directeur van deze muziekschool. De datum van 10 oktober 1896, de dag van de eerste opvoering van zijn opera “Herbergprinses”, wordt algemeen aanzien als de geboortedag van de Vlaamse opera. Op 4 maart 1898 had in de Gentse Opera de eerste opvoering plaats van “La princesse d’ Auberge”, een Franse vertaling van de “Herbergprinses”. Zowel de toondichter, Jan Blockx, de tekstschrijver, Nestor de Tière, de regisseur Almanz als de vertaler, Lagye werden gevierd en met deze stadsmedaille bedacht.