Angélique della Faille (1758-1827), weduwe van André de Ghellinck de Walle (1752-1814), is afgebeeld zittend op een tuinbank met op de achtergrond het zomerverblijf van de familie de Ghellinck in Wondelgem. Dit kasteel, nu een dienstencentrum van de Stad Gent, werd rond 1800 herbouwd.
Ze was een dochter van graaf Emmanuel Jean Joseph della Faille d'Assenede (1728-1808) en Sabine Jacqueline de Ghellinck (1735-1782) en groeide waarschijnlijk op in het herenhuis van haar ouders in Onderbergen (het voormalige Hof van Ravenstein) en hun kasteel in Sint-Kruis-Winkel. Haar broer graaf Joseph Sébastien della Faille d'Assenede (1765-1830), haar neef graaf Constantin de Kerchove de Dentergem (1790-1865) en haar achterneef graaf Charles de Kerchove de Dentergem (1819-1882) waren alledrie een tijdlang burgemeester van Gent. Constantin de Kerchove was eerder al burgemeester van Wondelgem.
Het schilderij behoorde oorspronkelijk tot een reeks van drie portretten. De andere werken zijn de portretten van haar zoon Emmanuel de Ghellinck de Walle (1784-1846) en haar schoondochter Isabelle de Loose (1793-1862) (privéverzameling). Vermoedelijk werden ze geschilderd naar aanleiding van het huwelijk van Emmanuel en Isabelle in 1814. De vader van Isabelle de Loose was een mecenas van de schilder Joseph Paelinck.
Het portret werd in 1938 geëxposeerd op de tentoonstelling 'Le portrait gantois'.