De koffiekan rust op een ronde voet met parellijstversiering. De overgang naar het ovaal, voor driekwart gegroefde lichaam dat overgaat in een smalle hals, is geaccentueerd door een bladknop. De tuit eindigt in de vorm van een dier. Het houten oor heeft de vorm van een vraagteken en zit in een maskervormige verankering aan het lichaam van de kan. Aan de hals heeft het oor een rosetversiering. Een vogel bekroont het scharnierend deksel en doet dienst als knop.