Binnen een randversiering is het gekroonde wapenschild van de universiteit tussen twee gekruiste olijftakken geplaatst. Op de banderol is het devies aangebracht. Het randschrift bevindt zich rond de voorstelling. De signatuur en datum bevinden zich onder de voorstelling. Opvallende kenmerken zijn de hertogelijke muts verwerkt in de kroon zoals in de latere kroon van het Onafhankelijke België. De zijkanten van de kroon steken buiten de randen van het wapenschild. De kleuren van de schildvelden zijn door arceringen weergegeven. Het sabelkleurig veld met de leeuw is dubbel gearceerd. Het azuurkleurig veld met het borstbeeld van Minerva is enkel gearceerd. De leeuw draagt een halsband met kruis zoals de Gentse leeuw. Braemt kreeg van het College van Curatoren in 1819 de opdracht om het zilveren zegel voor de Academische Senaat te vervaardigen. Deze was de Academieraad der ordinarri voorgezeten door de Rector Magnificus. Deze laatste bewaarde het grootzegel. Braemt vervaarigde tevens een medaille naar het grootzegel en op het Gentse triënnale salon van 1820 stelde hij een wassen afdruk van het zegel tentoon.