Een vierzijdig beursje in ivoorkleurige tafelzijde, gevoerd met zijde met ronde basis. Een sluiting bovenaan met twee doorgeregen stropkoordjes. Het borduurwerk: op de basis een kruis met in de oksel een bloemtakje en op de vier zijvlakken twee aan twee gelijke patronen met bloemtakken, arabesken en rocaillemotieven in overwegend symmetrische composities. Onder de bloemmotieven herkent men rozen, tulpen en anjers.