De voetvrije japon in wit katoen heeft een ronde halsuitsnijding en een hoge taille. Ze wordt midden rug aan hals en taille met stroplinten gesloten. De licht uitstaande rok is over het onderste derde versierd met vier reeksen van telkens vijf fijne ribben, afgewisseld met twee brede stroken doorgestopte tule. Onder de rok wordt op de rug onder de taille een klein kussentje gedragen waardoor de rok mooi neervalt. Zeer lange mouwen, licht gefronst bij de aanzet onder een licht gefronst schouderkapje dat met drie fijne ribben is geboord. Aan de polsen zijn drie fijne ribben en twee gefronste stroken doorgestopte tule. Het borduurwerk vormt patronen met nopjes en gestileerde bloemtakjes. Een gift van L. Maeterlinck, Gent, 10.06.1900