Jas
De jas heeft een lage staande kraag, de voorpanden zijn vanaf de borst tamelijk weggesneden, vanaf de heupen naar beneden toe vormt de middenrugnaad een split en vormen de zijnaden een split en drie plooien. Lange tamelijk aansluitende mouwen met omslag waarop drie knopen, onder de zakopening drie knopen, bij de zijnaadplooien twee knopen (één bovenaan, één onderaan). Twee zakken met klep met drie punten, langs de rechtse rand vooraan elf knopen en links vooraan drie knoopsgaten voor de bovenste knopen.
De jas in een lichtturkoois cannelé simpleté versierd met borduurwerk in veelkleurige zijde langs de zijrand van de voorpanden, de rand van de mouwomslag, van de middenrugsplit en de zijnaadsplitten, op de kraag en de zakkleppen en rond de zak in een patroon van fijne bloemenranken met o.a. rozen, narcissen en vergeet-me-nietjes. Opschrift op de voering 5841