In de tweede helft van e 16de eeuw werden er smalle vensterklinken vervaardigd met top in de vorm van een rank gestileerd bladmotief. De klinkplaat werd tevens voorzien van twee steunbeertjes die met kleine bekken en insnoeringen uitgevijld werden. De ringvormige trekring onder de klinktong kreeg de vorm van een omgekeerd hart. De klinkplaat heeft aan de rugzijde een (plaatsings)teken VIII.