Op de achtergrond bemerkt men enkele dorpskerken en aanrukkende legereenheden, die elkaar op de voorgrond en in het middenveld treffen en driekwart van de compositie in beslag nemen. Op het voorplan zijn reeds enige soldaten van hun paard gevallen, terwijl anderen met getrokken sabel op mekaar inrijden. De hoge horizontlijn, die slechts een smalle wolkenstreep zichtbaar laat, verschafte aan de kunstenaar de ruimte om alle aspecten van het gebeuren te kunnen uitbeelden.