Bij de Blijde Intrede van vorsten – of hun vertegenwoordigers – gebruikte men hiervoor kostbare ceremoniesleutels. Het Gentse stadsbestuur beschikt over een set van 4 zilveren sleutels. Hierin is telkens een klimmende leeuw uitgespaard als verwijzing naar het stadswapen. Boven de leeuw bracht men een Bourgondische vuurslag aan.
Speciaal voor het bezoek van Napoleon liet het stadsbestuur een nieuwe schotel maken in verguld zilver door de bekende graveur en edelsmid P.J.J. Tiberghien. Hierop kon men de sleutels op gepaste wijze presenteren. Ze gebruikten hiervoor maar 2 van de 4 sleutels, die waarschijnlijk toen werden verguld.
Later gebruikte men de sleutels en de schotel opnieuw voor de intredes van Willem I en Leopold I. De traditie raakte nadien in onbruik en al in 1848 droeg het stadsbestuur de stukken over aan de museumcollectie.
Onze verzameling bevat ook 2 ijzeren sleutels die vroeger verguld en verzilverd waren. Deze werden aangeboden aan de aanvoerder van de Russische kozakken in 1814. Deze Russische troepen waren een onderdeel van de geallieerde strijdmacht na het vertrek van de Fransen. Ze verbleven buiten de Brusselse Poort in de wijk die nu nog bekend is als ‘Moscou’. Het regiment werd aangevoerd door kolonel Byhalov/Bygaloff/Bichaloff die van de Gentenaren de bijnaam ‘Peetje Kozak’ kreeg. Vond het stadsbestuur hem niet belangrijk genoeg om de (verguld) zilveren sleutels te gebruiken? Of had men schrik dat hij de sleutels niet zou teruggeven aan het stadsbestuur?