De kast rust vooraan op klauwpoten die onder de hoekstijlen geplaatst zijn en heeft twee op koperen scharnieren draaiende deuren met verdiept liggende panelen. De rechterdeur heeft een geprofileerde slaglijst en drie koperen sleutelplaatjes. De vooruitspringende kap en plint zijn in het verlengde van de hoekstijlen verkropt. De hol geprofileerde kroonlijst is versierd met drie gebeeldhouwde medaillons die respectievelijk refereren naar de ambachten van de Gentse kruideniers, kaarsgieters en kaasverkopers. In 1540 verenigde Keizer Karel V deze drie tot één ambacht. Links zijn de Driekoningen, patroonheiligen van de kaarsgieters voorgesteld en rechts de H. Michaël, patroonheilige van de kaasverkopers. In het midden is Maria Magdalena, patrones van de kruideniers. Onder dit medaillon is een vijzel, wapen van het ambacht, voorgesteld. Het medaillon wordt bekroond door een gehelmd cartouche-schild, waarin drie zwemmende eenden. Dit wapen kan van de familie Delvael zijn, wat laat veronderstellen dat de kast aan het ambacht geschonken werd door Lodewijk Delvael, in 1754 deken van het ambacht. De kast is in 1840 gekocht voor de museumcollectie in het sterfhuis van deken Vander Perre door commissielid P.J Goetghebuer.