Collecteschaal met balustervormig handvat op het uiteinde versierd met gedreven bladwerk. De schaalkom is gevormd door afwisselend gedreven holle en bolle ribben die naar het handvat toe vernauwen. De holle ribben zijn gedeeltelijk met een gegraveerd motief versierd. Het deksel van de collecteschaal heeft aan de binnenkant een ovaal medaillon met de voorstelling in half verheden reliëf van de Heilige Crispijn, patroonheilige van het genootschap. Hij is afgebeeld met palmtak in de rechterhand en een schoen in de linkerhand. geprofileerde omlijsting van het medaillon heeft een palmetten versiering. Op de rand van het deksel is aan de buitenkant en aan de binnenkant rond het medaillon een inscriptie aangebracht. Hieruit blijkt dat Petrus Frechier en zijn echtgenote Joanna Dupon de collecteschaal aan de Verenigde Schoenmakers der Stad Gent schonken in 1830. Frechier had reeds eerder een zilveren collecteschaal geschonken (inv. 01037). Zeven merktekens zijn ingeslagen op het object waaronder tweemaal het meesterteken van de Gentse edelsmid P.J. Mahieu. Het laatst levende lid van de Verenigde Schoenmakers schonk op zijn beurt in 1887 de schaal aan het museum.