Het kopje van de bok diende waarschijnlijk als model voor gelijkaardige motieven die in edelmetaal werden uitgevoerd. Het geciseleerde kopje was een ontwerp van de bekende Gentse zilversmid P.J.J. Tiberghien. In zijn album met tekeningen en gravures bewaard in de Gentse universiteitsbibliotheek zijn twee tekeningen nr. 537 en 538 van het kopje aanwezig.
Het behoorde tot de verzameling van Charles Onghena die in Gent werd geveild in oktober 1885. Hij werd toen voor de museumverzameling aangekocht. Het kopje werd gestolen in 1968.