Dit is een van de schilderijen die Schut maakte voor de Arcus Ferdinandi die in 1635 op de Vrijdagmarkt werd opgetrokken. De slag van Nördlingen, op 6 september 1634, bracht een overwinning aan de legers van de Kardinaal-Infant en zijn neef Ferdinand van Bohemen en Hongarije op de troepen van Bernhard van Saksen-Weimar en Gustav Horn. Het is deze slag die gesymboliseerd wordt op dit schilderij. De twee jonge vorsten rijden in harnas op paarden, die in rijkunsttermen in levade staan: de voorpoten omhoog, klaar om een sprong te wagen, een typische barokuitbeelding van bereden paarden. Onder hen liggen dode tegenstanders en een fel geel vaandel dat verwijst naar het verslagen regiment van Gustav Horn . In de verte is de slag nog bezig. Pijkeniers marcheren over het slagveld dat door kruitdampen en vuur omgeven is. Het stadssilhouet is vaag te zien. Boven rechts geven de Heilige Maagd en het kindje Jezus hun zegen, begeleid door een engeltje. Dit schilderij is een mooi voorbeeld van een gelegenheidsportret, waarbij een belangrijke daad van de heerser zijn imago begeleidt. Zoals bij de andere werken uit deze reeks gaat de compositie terug op Rubens.