Op de voorzijde staat het hoofd naar rechts van Honnorez met onder de hals, Ad Jouvenel F en rondom, R • HONNOREZ • OB • BRUX • DIE • XIX • FEBR • AN • MDCCCXXVIII en met rondom een geprofileerde rand.
Op de keerzijde staat centraal een praalgraf met erop een urne ; op de voorkant van het graf een vierkant met een ster met de letter G en rechts en links ervan een omgekeerde toorts ; naast het graf links een anker, rechts twee ineengeslagen rechterhanden en onderaan een hamer ; rondom, FIDEI • SPEIQUE • AMANTISSIMO • CARITATE • CLARO • DICAVIT • AMICITIA ; rechts onder het voetstuk, JBJ en rondom een geprofileerde rand.
In de Brusselse Loge l'Espérance ging op 29 maart 1828 een plechtige rouwzitting ter ere van de nagedachtenis van Remi Honnorez door. Tijdens deze plechtigeheid werd de zoon van de overledene door de Loge l'Espérance geadopteerd. R. Honnorez was Grootarchivaris van de Grootloge van Bestuur van de Zuidelijke Nederlanden; als Voorzittend Meester van de Loge l'Espérance nam hij in die werkplaats op 14 maart 1817 de Prins van Oranje, later Koning Willem II, tot vrijmetselaar aan. De Prins werd Voorzittend Meester en R. Honnorez zijn adjunkt.