Erepenning voor de huldiging van Virginie Loveling, Gent, 1912
Op de voorzijde de Gentse maagd (type Lemaire); ze zit lichtjes schuin met rechts van haar de leeuw met zijn voorpoten op haar rechterbeen; in haar rechterhand een vlag met het opschrift S.P.Q.G. ; haar linkerarm rust op een groot schild met een leeuw; ze heeft lange haren en draagt een kroon; haar gewaad met korte gepofte mouwen hangt tot over haar voeten; naast het schild op de grond staan een wereldbol, boeken en een lauwerkrans; op de achtergrond staat een afsluiting en in de verte ziet men de Gentse torens en schouwen ; rechts op de afsnede, LEMAIRE ; rondom een verhoogde boord.
Op de keerzijde de tekst Rondom bovenaan, DE STAD GENT ; in het veld, AAN DE / VLAAMSCHE SCHRIJFSTER / Mej. Virginie Loveling / TER GELEGENHEID DER HULDE / HAAR GEBRACHT DOOR HET / VLAAMSCHE VOLK. / OP 28 APRIL 1912 / ?
Virginie Loveling werd geboren te Nevele in 1836 en publiceerde samen met haar oudere zuster Rosalie gedichten en novellen. Na het overlijden van haar zuster in 1875 schreef Virginie in 1877 haar eerste roman onder het pseudoniem Walter. Ze zou haar zuster nog bijna vijftig jaar overleven en een belangrijk en uitgebreid literair œuvre tot stand brengen.
Op 28 april 1912 werd Virginie Loveling door het Gentse stadsbestuur gehuldigd. Een stoet vertrok op het Sint-Pietersplein en begaf zich naar het stadhuis waar burgemeester Braun haar een vergulde penning overhandigde. Daarna volgde een hulde in de Nederlandse schouwburg. Zij werd er benoemd tot Officier in de Leopoldsorde en ontving het Ridderkruis van Oranje Nassau.