Penning ter herinnering aan de inhuldiging van het Kanaal Gent-Terneuzen
Deze penning herinnert aan de realisatie van het kanaal Gent-Terneuzen tijdens de regeerperiode van koning Willem I.
Vanaf de 16de eeuw verbond de Sassevaart Gent met de Westerschelde. Tot in de 18de eeuw was dit een druk bevaren kanaal, maar samen met de economische crisis die Gent in de eerste helft van die eeuw trof, ging ook de vaart in verval. Tegen het einde van het Ancien Régime was ze volledig verzand en onbruikbaar geworden.
Om de verbinding met de zee te herstellen, besloot koning Willem I in 1823 de Sassevaart te verlengen tot in Terneuzen. Na problemen met aanbesteding en financiering konden de werken op 1 mei 1825 van start gaan. De verbreding en verdieping van de oude Sassevaart op Belgisch grondgebied werden uitgevoerd in 1826 en 1827, en ondanks talrijke moeilijkheden werd het kanaal in korte tijd opengesteld voor de scheepvaart.
De plechtige inhuldiging vond plaats op 18 november 1827 in naam van de koning door Pieter van Doorn, gouverneur van Oost-Vlaanderen. Het gezelschap voer in versierde boten van Terneuzen naar Sas van Gent, waar ’s avonds vuurwerk werd afgestoken. De volgende dag ging de tocht verder naar Gent, waar een grote menigte hen opwachtte. Langs het parcours stonden triomfbogen met opschriften zoals “Vivat Willem onzen Koning, die de stad zal geven honing.” ’s Avonds volgde een banket in de Arsenaalzaal van het Gentse stadhuis, met aansluitend een dansfeest in de troonzaal.
Ter gelegenheid van deze gebeurtenis werden herdenkingsmedailles in goud, zilver en brons uitgegeven, evenals een strooipenning in dezelfde metalen, bedoeld om onder het volk te verspreiden.
De voorzijde van de penning toont het hoofd van koning Willem I, naar links gewend, met links langs de rand GVILIELMVS I. en rechts BELGARVM REX. Onder de hals staat BRAEMT F.
De keerzijde toont de watergod Neptunus, rechtopstaand op het voordek van een schip, met een drietand in zijn linkerhand. Op de voorgrond ligt een vrouw, Vlaanderen, met een hoorn des overvloeds in haar linkerarm. Langs de bovenrand staat het opschrift: FLUVIIS EXUNDANTIBUS NAVIBUSQUE NOVA IN OCEANUM VIA MDCCCXXVII (“Door stromende rivieren en schepen wordt een nieuwe weg naar de oceaan geopend, 1827”).
Langs de rand naast de vrouw staat BRAEMT F., en onderaan op de afsnede:
REG LOPT ORDD. FLAND. ORIENT. / ET ZELAND. CUM. SENAT. GAND. / GRATI.