Kruik met concave, ver naar buiten springende en niet ondersneden lip. Beigebruine klei, verschraald met gemalen baksteek en micca, heel fijn zand. Bandvormig oortje, korte hals. Groeven op buik, waarschijnlijk niet als versiering bedoeld, maar eerder toevallig verkregen bij vervaardigen op draaischijf.