Het vierzijdig tasje in bruin leder heeft een trapeziumvorm met een afgeronde onderrand, de zij- en onderstukken vertonen accordeonplooien. De voorzijde en de omgeslagen afgeronde klep met schaarvormige sluiting zijn versierd met opgelegde, geajoureerde en gestampte koperplaatjes, die zelf ook weer versierd zijn met symmetrische composities in een neo-Lodewijk XVI-stijl. Het tasje wordt met een ketting bevestigd aan een gordelhaak, waaraan nog een kleinere haak vastzit. Op de haak is tegen een lederen schijfje een geajoureerd koperen schijf aangebracht. Dit laatste schijfje,versierd met een centrale cirkel is omgeven door een bloemenkrans en belegd met een achtdelig bladmotief.
De voeringmaterialen in halfzijdesatijn, geglansd katoen en leder zijn fel paars gekleurd.