De aard van de buste, het eerder ruw en onafgewerkt uitzicht, laat vermoeden dat het hier gaat om een afgietsel van het originele klei ontwerp. Van den Gheyn (1862-1955), verwant aan het beroemde Mechelse klokkegieters geslacht werd in 1884 priester gewijd. Binnen de Gentse geestelijkheid ontplooide hij zich tot één van meest vooraanstaande persoonlijkheden. Hij bekleedde achtereenvolgens de functies van directeur van het Sint-Lievensinstituut ( vanaf 1889), werd in 1894 ere kanunnik van Sint-Bavo en vanaf 1917 archivaris van het Bisdom. Zijn belangstelling voor de geschiedenis en kunstgeschiedenis van Gent blijkt uit de talrijke publicaties over de meest uiteenlopende onderwerpen. Zijn interesse en inzet op dit vlak was groot, denken we maar aan de geleverde inspanningen om te voorkomen dat het Lam Gods tijdens de wereldoorlogen zou gedeporteerd worden. Van den Gheyn zetelde in tal van wetenschappelijk verenigingen en commissies. Zo was hij medestichter en sedert 1901 voorzitter de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent. Hij zal het voorzitterschap meer dan 50 jaar waarnemen. Ook in het bestuur van het Bijlokemuseum ( nu STAM) vervulde hij en dit vanaf 1923 als voorzitter van de museumcommisie een belangrijke rol. Tot februari 1955, zes maanden voor zijn overlijden, bleef hij die taak vervullen.
Geo Verbanck (1881-1961) heeft in zijn typisch sobere stijl een karakteristiek portret van deze kunstminnaar, historicus en behoeder van het Gents patrimonium gemaakt. Geo Verbanck kennen we als een veelzijdig kunstenaar die voorafgaand aan zijn studies aan de academie al werkzaam was in het atelier van de beeldhouwer Alois De Beule die tevens een werkplaats van artisanale kunstproducten leidde. Dankzij de stimulans van De Beule zal Verbanck zich inschrijven voor de avondleergangen aan de Gentse academie en o.a. les volgen bij Louis van Biesbrouck, die dan ook zijn voornaamste leermeester wordt. Zo combineert Verbanck het werken overdag, o.a. in de ateliers van de beeldhouwers Karel De Kesel en Domien Van den Bossche, met zijn opleiding aan de academie. Later zal Verbanck zich ook inschrijven voor de lessen in het atelier van Charles Verstappen aan de Brusselse academie. Vanaf 1911en dit tot 1927 zal hij op zijn beurt instaan voor de vorming van kunstenaars aan de academie van Dendermonde wat hij vanaf 1924 combineert met een lesopdracht aan de academie van Gent in vervanging van Felix Metdepenningen. In Gent zal hij voor de periode van 1935 tot 37 ook de functie van directeur waarnemen. Het oeuvre van Verbanck is omvangrijk en zeer verscheiden. Borstbeelden zijn slechts één facet daarin. Vanaf 1912, het jaar waarin hij zijn eerste grote monumentale opdracht uitvoerde nl. de realisatie van het beeldhouwwerk aan het monument van de gebroeders Van Eyck in samenwerking met Valentin Vaerwijck, zal zijn succes gestaag toenemen.