Gezicht op Akkergem voor het graven van de Coupure
Omstreeks 1700 was Ekkergem nog een agrarisch gebied vol velden en groententuinen. Het landschap werd gedomineerd door molens. Op zwaar beladen karren werd graan aangevoerd en meel en bloem naar de stad gebracht. In de verte is de Sint-Martinuskerk van Ekkergem, het klooster van Deinze en de Heilige Bloedkapel te herkennen. De Coupure werd pas na 1750 gegraven tussen de twee molens op de voorgrond. Een aquarel van Jan-Baptist de Noter geeft een vereenvoudigde kopie van het schilderij met minder personages en zonder de boom rechts. Het schilderij werd in 1951 door Mevr. Louis Montigny in bruikleen gegeven en in 1957 door de familieleden definitief aan het museum geschonken.